Geslacht:
man
Naam:
Jan Wijbrand Groendijk
Echtgenoot van:
Aaltje H. Bentum
Geboortedatum:
21-02-1934
Geboorteplaats:
Schiermonnikoog
Overlijdensdatum:
19-05-2023
Overlijdensplaats:
Schiermonnikoog
Type:
Graf
Grafrij:
34
Grafnummer:
14

Jan Wijbrand Groendijk

“Markante eilander en gepassioneerd verteller”

Jachtopzieners die elkaar bijstaan
Grootvader Jan Wiep Groendijk (Terschelling, 1883-1943) is op Terschelling o.a. jachtopziener. Vanaf mei 1918 vertrekt hij enkele maanden per jaar naar Schiermonnikoog, om daar jachtopziener Cornelis Visser bij te staan. Ook zoon Wiep Jan (1911-1988) gaat met hem mee. Ze verblijven dan bij Visser, aan de Knuppeldam. Zoon Wiep Jan blijft op Schiermonnikoog en blijft bij Visser in de kost. Hij helpt Visser bij het uitoefenen van zijn functie en in de herfst onder andere bij het zogeheten konijnen delven.

Zoon Wiep Jan trouwt Alida A. Sijtsma, rolt zo de beurtvaart in
Vervolgens komt hij in de kost bij de uit Anjum afkomstige familie Sijtsma en raakt verliefd op een van de dochters: Alida Aukje, op 25 september 1909 op het eiland geboren. Haar ouders zijn Jackele Sijtsma en Klaaske Visser. Haar vader is voerman en onderhoudt met Rienk Meindert Dubblinga (1869) een wekelijkse beurtvaart op Dokkum. Jackele overlijdt echter op 24 september 1932. Wiep Jan en Alida trouwen op 4 mei 1933. Nog in datzelfde jaar besluit Wiep Jan de beurtvaart op Dokkum met Rienk Dubblinga voort te zetten.
Wiep Jan en Alida wonen na hun trouwen aan de Langestreek, in het zogeheten Catriene’s hús. Op 21 februari 1934 wordt hier zoon Jan Wybrand – Jan Wiep – geboren. Tussen 1936 en 1949 volgen nog vijf kinderen: drie meisjes en twee jongens.[1]

Na de oorlog voelen veel eilanders zich aangetrokken tot de walvisvaart nabij de Zuidpool.[2] Klaas Visser is eerste kapitein van de Willem Barendsz.is en later vaart eilander stuurman Harmen Jansma mee. Jan Wiep wil ook weleens zo’n reis meemaken. Hij meldt zich bij Klaas Visser. Die stemt toe, op voorwaarde dat hij zijn best zal doen. Jan Wiep is 15 jaar en daarmee de jongste aan boord als hij in het seizoen 1950-1951 als matroos onder gage meegaat. Het bevalt hem aan boord zo goed dat hij ook de seizoenen 1951-1952 en 1952-1953 meegaat. Aansluitend gaat hij met Piebe Toxopeus mee, op de ansjovisvangst.

Met zijn vader op de beurtvaart met een eigen schip
Inmiddels is ook Rienk Meindert Dubblinga op 20 oktober 1949 overleden. Wiep Jan koopt een eigen beurtvaartschip, de Lauwerszee.[3] Na twee maanden dienst bij de marine wordt Jan Wiep vanwege platvoeten en kleurenblindheid afgekeurd. Hij gaat samen met zijn vader de beurtvaart verzorgen. Door het toenemend aantal bestellingen varen ze vanaf begin 1954 steeds vaker naar de vaste wal: voor die tijd één keer, nu drie keer per week

Jan Wiep woont met Alie Bentum op het schip
In 1955 maakt Jan Wiep in de bus van Anjum naar Oostmahorn kennis met Alie Bentum. Sake van der Werff heeft haar aangenomen; na zijn dood in datzelfde jaar komt ze in dienst bij juffrouw Dien (Bol). Nog geen jaar later, op 29 september 1956, heeft de trouwerij plaats. Na hun trouwen wonen en werken Jan Wiep en Alie aan boord van hun schip. Wanneer hun schip nabij Dokkumer Nieuwe Zijlen ligt, wordt op 24 januari 1957 aan boord hun zoon Wiep Jan geboren. Op 11 februari 1959 volgt dochter Jantina Annie (Tia); inmiddels woont het gezin aan de Middenstreek, ten westen van het huidige ’t Peperhúsjen.

Wat wordt er zoal besteld en vervoerd?[4]
Dat is zeer uiteenlopend – van een beperking in soort en grootte van goederen is nauwelijks sprake. Vader en zoon zijn ‘boodschappenjongens’[5] die, uitgerust met lijstjes bestelbriefjes, in Dokkum voor anderen boodschappen doen. Van kleine gebruiksvoorwerpen tot brandstoffen, kolen, levensmiddelen, groenten, grondstoffen voor bakkers en bouwmaterialen voor zomerhuizen en kerkgebouw. Voorts worden in het voorjaar zo’n 250 stuks jongvee naar het eiland vervoerd en in de herfst terug.

Beurtvaart: transport van goederen; Wagenborg: vervoer van passagiers
Zowel vader als zoon ervaren hun beurtvaart als een prachtig en vrij beroep. Van vakantie is geen sprake. Naast vaste knecht Jan van der Zee zijn vooral tijdens de zomermaanden altijd wel tijdelijke krachten aan boord. Na de oorlog wordt voor vervoer naar de besteladressen op het eiland gebruikgemaakt van een oude Amerikaanse legertruck. De firma Groendijk is ook gerechtigd om, vooral tijdens de zomermaanden, maximaal vijftig passagiers vanaf Dokkum en Oostmahorn aan boord mee te nemen en terug te brengen.[6] In de loop van de jaren zestig wordt echter afgesproken dat Groendijk het goederentransport verzorgt en Wagenborg alleen passagiers[7] vervoert. ’s Zomers vervoert de Lauwerszee wel sportvissers, wadlopers en passagiers voor een tocht op de Wadden- of Noordzee. In 1959 verhuist het gezin naar Middenstreek 24 en begin 1962 naar Vierhuizen. Daar wordt op 8 februari 1963 hun tweede dochter Alida geboren.

Gebroeders Groendijk zetten beurtvaart voort: wekelijkse beurtvaart op Dokkum en Leeuwarden
Na drieëndertig jaar beurtvaart vindt Wiep Jan het in 1966 genoeg geweest. Zijn bedrijf is bij Jan Wiep en zijn jongere zoon Iemke[8] in goede handen. Jan Wiep blijft op de Lauwerszee[9] de beurtvaart op Dokkum verzorgen en Iemke Evert gaat op Leeuwarden varen met de Lauwerszee 3, een nieuw en groter schip, vooral voor het transport van grotere partijen goederen. Om dit mogelijk te maken wordt een van de trekker los te koppelen hefinstallatie aangeschaft.

De beurtvaart raakt uit de tijd
Begin jaren zeventig wordt het eiland op het gas aangesloten: een forse vermindering van het aantal te vervoeren gasflessen. De sluiting van de eilander elektriciteitscentrale maakt het olietransport goeddeels overbodig. En door toename van het aantal badgasten tijdens de zomermaanden brengt Wagenborg grotere veerboten in de vaart, die ook vrachtwagens kunnen meenemen. Bovendien komen overheden met strengere eisen aan de beurtvaart.
Op 1 maart 1973 sluit de eilander coöperatieve zuivelfabriek De Eensgezindheid na een fusie met de coöperatieve zuivelfabriek Ee en Omstreken te Ee. Bij elke boerderij komt een melkkoeltank te staan. Met een eigen trekker en aanhangwagen, voorzien van een melktank, haalt Jan Wiep de melk bij de boeren op. In een tank aan boord van de Lauwerszee brengt hij de melk naar Ee. Daarna vaart Jan Wiep door naar Dokkum voor de beurtvaart.

Jan Wiep in dienst van de zuivelfabriek te Ee
In 1977 stoppen de gebroeders Groendijk met hun bedrijf. Beide schepen worden verkocht; het bedrijf wordt per 1 december 1977 overgenomen door transportbedrijf A. van der Meulen te Buitenpost. Jan Wiep, dan 44 jaar, komt in dienst van de zuivercoöperatie. Drie keer per week haalt hij met een trekker en tankwagen de melk bij de boeren op, rijdt ermee naar de veerboot en vaart mee naar Lauwersoog. De volle tankwagen gaat naar de zuivelfabriek; met een lege tankwagen vaart Jan Wiep meteen mee terug naar het eiland. Dat heeft hij tot in 1992 gedaan. Dan kan hij kiezen: nog een aantal jaren als chauffeur op een melkwagen rijden of met pensioen gaan. Hij kiest dit laatste.

Plaatsvervangend schipper van de KNRM, een eigen boot en strandjutter
Wanneer beide schepen zijn verkocht, blijkt Jan Wiep de zee erg te missen. Hij meldt zich bij de plaatselijke afdeling van de KNRM, wordt plaatsvervangend schipper, naast schipper en zwager Cöby Rickal, en vaart zeventien jaar op verschillende reddingboten.[10] Hij is trots dat hij in die tijd heeft geholpen zestig mensen van gestrande of gezonken schepen te redden.
Ook schaft hij een motorboot aan met de naam Orka. Tijdens de zomermaanden maakt hij met Alie vele tochten, vooral in de noordelijke provincies. En na een melding van veel aangespoeld goed op het strand, is Jan Wiep er altijd als een van de eersten bij.

Gezondheidsklachten: meer bewegen, neem een hond
Door het vele thuiszijn krijgt Jan Wiep gezondheidsklachten. Huisarts Nagel adviseert hem meer te gaan bewegen en daarvoor een hond te nemen. Alle honden die Jan Wiep sindsdien heeft gehad, geeft hij namen van gestrande en/of gezonken schepen uit zijn KNRM-tijd.

Borduren: zijn favoriete bezigheid
In 1994 gaan Jan Wiep en zijn vrouw kleiner wonen. Ze verhuizen naar de Stachouwerstraat.[11] Daar ontdekt hij de magie van het borduren, naar een patroon en met een speciale lamp. Het doet hem alles om hem heen vergeten. Vele stukken heeft hij geborduurd, waaronder zeer fraaie exemplaren.

Pinkstercommissie niet langer een mannenbolwerk
Tot eind jaren vijftig is het lidmaatschap van de Pinkstercommissie een mannenaangelegenheid. Vrouwen zijn uitgesloten. Voor Alida Aukje, Jan Wieps moeder, is dit al jarenlang een ergernis. Als de Pinkstercommissie weer eens bijeenkomt in hotel Van der Werff komt Alida Aukje demonstratief bijeen met een aantal vrouwen in het destijds tegenovergelegen hotel Jansma. Niet lang daarna besluit de Pinkstercommissie Alida als eerste vrouwelijke lid in de commissie op te nemen. Na het overlijden van Alida in mei 1962 neemt schoondochter Alie zitting in deze commissie en een jaar later wordt ook Jan Wiep als lid toegelaten.

Geen prater van nature, in het Koningshuis praat hij echter honderduit
In 2018 krijgt de cultuurhistorische vereniging tijdelijk onderdak in het voormalige Rabobankgebouw. Op aanraden van zoon Wiep gaat Jan Wiep er eens een kijkje nemen. Dat bevalt hem, maar om zelf als vrijwilliger op te treden lijkt nog te veel gevraagd. Hij komt opnieuw en krijgt naar aanleiding van foto’s en publicaties vragen over de walvisvaart. Zo rolt Jan Wiep erin als vrijwilliger. Hij vertelt over de walvisvaart rond de Zuidpool en zijn ervaringen aan boord van de Willem Barentsz. Eenmaal nieuwsgierig gemaakt blijven bezoekers met vragen komen en Jan Wiep raakt niet uitgepraat. Vooral na de verhuizing naar het Koningshuis fungeert hij voor bezoekers als een magneet.

Steeds wijst hij ook met trots naar de informatie over Vredenhof en degenen die daar begraven liggen, die zoon Wiep Jan in de loop van enkele tientallen jaren bijeen vergaard heeft. Deze gedrevenheid zou je als een nieuwe fase in het leven van Jan Wiep kunnen noemen. Dat merkt ook zijn vrouw. Ze heeft een nieuwe man thuis gekregen. Tot in het voorjaar van 2023 heeft Jan Wiep deze passie mogen uitoefenen.

Een autotochtje naar de bloeiende meidoorns, zijn laatste reis
Op een zonnige dag, halverwege mei 2023, besluiten Jan Wiep en zijn vrouw een ritje met de auto te maken en te genieten van de in mei zo kenmerkende bloeiende en geurende meidoornstruiken. Na terugkomst wil Jan Wiep de auto nog even verplaatsen. Terwijl hij dat doet, krijgt hij een hartstilstand en overlijdt. Daarmee komt op 19 mei 2023 een einde aan een lang en werkzaam leven. Jan Wiep bereikt de leeftijd van 89 jaar. Met hem is ons een door en door markante eilander en bovendien gepassioneerd verteller ontvallen. Voor hem was de zee alles. Na een bijeenkomst in de Got Tjark is Jan Wiep op 25 mei 2023 ter aarde besteld.

Bron: Jaarboek 2023

Gemeentelijke Begraafplaats Schiermonnikoog

De website is voor u gemaakt met behulp van vrijwilligers en mede tot stand gekomen dankzij een subsidie van de provincie Fryslân