Geslacht:
man
Naam:
Ernst Borstlap
Echtgenoot van:
Joke Klompsma
Geboortedatum:
13-11-1938
Geboorteplaats:
Schiedam
Overlijdensdatum:
05-01-2023
Overlijdensplaats:
Schiermonnikoog

Ernst Borstlap

“Een allesgenieter” 

Rotterdams gezin: evenals zijn vader kiest Ernst voor het schildersvak
Ernst is de derde van vier zoons van Wilhelm Pieter Borstlap (Den Haag, 1898) en Hendrika Johanna Meijer (Overschie, 1901). Hij wordt geboren op 13 november 1938. Zijn vader is huisschilder en decorateur van beroep. Wanneer Ernst 10 jaar is, overlijdt zijn moeder op 9 april 1949, slechts 48 jaar oud. De beide oudste broers, van 28 en 22 jaar, zijn dan het huis al uit. Ernst blijft achter met zijn vader en zijn jongere broertje George, van 8 jaar. Op voorspraak van zijn overleden vrouw trouwt zijn vader nog datzelfde jaar met haar vriendin Johanna Antonia (Jo) van Rosse. In 1950 en 1952 krijgt Ernst nog een halfbroertje en een halfzusje, John en Henny. Ernst heeft inmiddels de lagere school afgerond en bezoekt in Schiedam de Ambachtsschool. Evenals zijn vader kiest hij voor het schildersvak als specialisatie. Met succes sluit hij deze opleiding in 1954 af.

Ernst start met een eigen reclamebureau
Ernst gaat aan het werk bij uitgeverij en reclamebureau Nijgh & Van Ditmar. Op 8 januari 1958 overlijdt ook zijn vader. Ernst is nu thuis de oudste van de kinderen. Met zijn stiefmoeder kan hij goed opschieten. Naast zijn werk staat hij haar zo veel mogelijk bij in het gezinsleven. In de jaren dat hij bij Nijgh & Van Ditmar werkt, krijgt hij het reclamevak goed in de vingers. Omstreeks 1970 vestigt hij zich als grafisch ontwerper en start in een studio tegenover Delfshaven met een eigen reclamebureau.

Op het eiland: smoorverliefd
Met een vriend en collega gaat hij in 1974 een weekeindje naar Schiermonnikoog – een eiland dat Ernst vaker heeft bezocht om even weg te zijn uit de dagelijkse hectiek. Ook de Toxbar wordt bezocht. Onder de aanwezigen is de 20-jarige Joke Klompsma. Ze woont in Amsterdam en werkt daar in een schoolboekhandel, maar verblijft nu enkele dagen op het eiland bij haar ouders om te herstellen van een griep. Het is liefde op het eerste gezicht. Beiden hebben het zo te pakken dat Joke nog hetzelfde jaar bij Ernst intrekt; ze trouwen op 12 mei 1975 in Rotterdam. Op 9 januari 1976 wordt hun dochter Rinske geboren. Met de jaren neemt de concurrentie in de reclamebranche echter zo toe dat eenmansbedrijfjes zoals dat van Ernst de dupe zijn.

Huisschilder naast Johannes Kooistra
Joke en Ernst overwegen een forse draai aan hun leven te geven. Door de bezoeken aan Schiermonnikoog en hun (schoon)ouders is de gehechtheid aan dit eiland bij Ernst alleen maar toegenomen. Volop geniet hij van de stilte, de rust en de weidsheid. Als zijn schoonvader hem tijdens een bezoek meedeelt dat een van de twee schilders[1] op het eiland is vertrokken en dat alleen het schildersbedrijf van Johannes Kooistra is overgebleven, bedenken Ernst en Joke zich geen moment. Ze verkopen hun huis in Rotterdam, verhuizen in de loop van 1980 met Rinske naar het eiland en kopen het huis aan Middenstreek 43. Ernst maakt in De Dorpsbode bekend dat hij zich als schildersbedrijf Borstlap op het eiland heeft gevestigd.[2] De klanten komen en al werkend krijgt hij ook met schilder Kooistra een vriendschappelijke relatie. De contacten met hem zijn, vooral in de beginfase, voornamelijk van informatieve aard.

Een eigen locatie op het industrieterrein
Mede dankzij zijn enthousiaste en degelijke aanpak blijkt weldra dat er ook voor Ernst op het eiland voldoende werk is. Hij gaat op zoek naar een eigen werkplaats. Een vriend uit Rotterdam kan hem een afgedankt houten loodsje leveren, dat als bouwpakket naar het eiland wordt opgestuurd. De gemeente wijst Ernst een locatie toe op het industrieterrein: Melle Grietjespad 13. Dat wordt voortaan zijn werkplaats.[3] Intussen werkt Joke bij verscheidene eilander bedrijven, zoals bouwbedrijf Meintema, supermarkt Boersma, boekhandel Kolstein en het Sociaal Kultureel werk (SKW, later SCW).

Een fatale val
In 1986, aan het begin van het schilderseizoen, is Ernst bezig met herstelwerkzaamheden aan een raam aan de oostzijde van de Got Tjark. Dan glijdt hij uit op de destijds nog met latten afgedekte bitumen dakbedekking van het zogeheten ‘lijkenhuisje’. Hij valt ongelukkig en scheurt het peeskapsel van zijn rechter bovenarm. Voorlopig kan hij het schildersvak wel vergeten. Zijn bedrijf wordt failliet verklaard en hun huis aan de Middenstreek verkocht. Gelukkig kan het gezin een huis aan de W. Dijkstraat 3 betrekken. Een jaar later wordt zijn faillissement wegens gebrek aan baten opgeheven.

Opnieuw aan de slag, nu in het Bezoekerscentrum
Met ingang van 1990 krijgt Schiermonnikoog de status van Nationaal Park. Voortaan is Natuurmonumenten beheerder, namens de Staat. Na een forse renovatie wordt de ‘Oude Centrale’, aan de voet van de Zuidertoren, het nieuwe informatiecentrum. Samen met Martin Schoemaker en Louis Wiersema komt Ernst er parttime werken. Met z’n drieën zorgen ze dat het centrum kan blijven draaien. Er wordt van alles gedaan: voorlichting geven en het organiseren en verzorgen van natuurexposities en natuurexcursies, die tijdens de zomermaanden voornamelijk worden uitgevoerd door een zogeheten Vrijwilligerscollectief, afkomstig van de vaste wal. Ernst fotografeert ook graag, richt bijvoorbeeld zelf een expositie over paddenstoelen in en raakt geïnteresseerd in mossen.[5] Bovendien verleent het drietal hand- en spandiensten aan door cultuurhistorische vereniging ’t Heer & Feer georganiseerde tentoonstellingen over de eilander historie.

Het Plasje van Ernst
Ernst trekt er veel op uit met leden van het Vrijwilligerscollectief, raakt met sommigen bevriend, en trekt ook meer alleen het buitengebied in. Zo ontdekt hij de vlakte tegenover de bunker Wassermann en het aldaar door afgraving ontstane meertje. Hij treft er een bijzondere vegetatie in ontwikkeling aan. Het wordt een van zijn geliefde plekjes. Hij raakt er zo aan verknocht dat leden van het collectief dit meertje gekscherend ‘het plasje van Ernst’ zijn gaan noemen.

Geluidsoverlast schietoefeningen: registreren en publiceren
Eind jaren tachtig, begin jaren negentig begint Defensie met schietoefeningen in de Marnewaard. Voor Ernst, juist gesteld op rust en stilte, is de daarmee gepaard gaande geluidsoverlast onverteerbaar. Hij komt in verzet – vooral ook omdat dit gebied even daarvoor de status van Nationaal Park heeft gekregen. Hij sluit zich aan bij een actiegroep met bewoners uit zo ongeveer de hele provincie Groningen en ook van het eiland. Hij registreert bij schietoefeningen nauwgezet de geluidsoverlast op banden en verzamelt informatie uit zijn netwerk. Ten slotte wordt alle gegevens in een rapport samengebracht en gepubliceerd. Voor de Waddenvereniging is deze rapportage aanleiding om de geluidshinder van de schietoefeningen op een veel bredere schaal te gaan vastleggen.

Inventariseren van alle het eiland bedreigende activiteiten
Ernst volhardt ondertussen in zijn protest door ook zo veel mogelijk alle van buitenaf het eiland bedreigende, verstorende en vervuilende activiteiten nauwgezet te inventariseren en publiekelijk bekend te maken. Zo richt hij de werkgroep Geen Gegier boven Schier op, die protesteert tegen het laagvliegen en door de geluidsbarrière gaan van straaljagers. Wat Ernst ook aanpakt, hij doet het steeds vol passie en overgave, zo precies en uitgebreid mogelijk, neemt daarvoor alle tijd.[6]

De werkkamer, zijn huisarchief
Ernst legt ook een indrukwekkend historisch overzicht aan van zijn eigen familie Borstlap, dat ten minste tot in de zestiende eeuw teruggaat. Hij breidt zijn onderzoek uit naar tal van families die door de eeuwen heen door verwantschap aan zijn eigen familienaam verbonden zijn geraakt. Het geheel is in tal van dossiers op zijn werkkamer terug te vinden. Eenmaal daarmee bezig lijkt hij niet meer te stoppen. Ook van enkele eilander families brengt hij het voorgeslacht zo veel mogelijk in kaart. Zo pakt hij ook andere thema’s aan waarin hij, door de jaren heen, geïnteresseerd is geraakt. Zijn werkkamer is hiervan een stille getuige: alle muren zijn bedekt met tientallen dossiers, ordners en documenten. Dit alles toont zijn brede belangstelling en welhaast tomeloze nieuwsgierigheid, en maakt zo zichtbaar wat hem een groot deel van zijn leven heeft beziggehouden.

Zijn grafische achtergrond komt hem goed van pas
Ernsts grafische achtergrond blijkt ook uit zijn aanpak van alledaagse vragen en opdrachten, zoals het maken van naambordjes voor gevels van huizen, tekstbordjes, een grote plattegrond van het eiland naast het voormalige VVV-kantoor, onderschriften bij schilderijen in de Teensmazaal van hotel Van der Werff, cartoons, zoals van Jörn van Boven en zijn zeilboot Tantra II[7], de belettering van de boot van Cöby Rickal en de lay-out van de Schierse Zomerkrant. Hij maakt en plaatst een bar in de jeugdherberg, maakt een schilderij van het beschadigde hoofdgebouw van de zeevaartschool[8] ter gelegenheid van de herdenking in 1995 en schildert een portret van Henk en Annie Koning bij Henks afscheid als hoofd van de lagere school.

Speelgoed maken voor zijn kleinkinderen
Zijn praktische aard wordt ook zichtbaar in het maken van gebruiksvoorwerpen – voor anderen, maar ook voor het eigen huishouden. Zo maakt hij allerhande houten speelgoed voor dochter Rinske, zoals een stokpaard. Veel later maakt Ernst voor zijn kleinzonen, op wie hij zo trots is, een brug uit het dorp Overschie, waar hij opgroeide, meubeltjes enzovoorts. Met hen trekt hij er bovendien veel op uit: ze gaan samen vliegeren en garnalen vangen, en ondertussen vertelt Ernst over alles wat groeit en bloeit.

Zeilen op het Wad: de stilte ondergaan
Een andere passie mag niet onvermeld blijven: het zeilen. In Overschie heeft hij al een sloepje, waaraan hij veel plezier beleeft. Die liefde voor het water is gebleven. Wanneer hij noodgedwongen het schildersvak moet opgeven, schaft hij een zogeheten flying junior aan, waarmee hij veel op het Wad te vinden. Hij wordt lid van de bootjesclub en staat erom bekend dat hij al zeilend de haven in kan koersen. Tot 2013 heeft Ernst zich ook in deze passie kunnen uitleven.

Niet zonder muziek, ze tilt je op
Zonder muziek kan Ernst ook niet, vooral klassieke muziek en jazz. Ook die geeft hem rust. Zelf zingt hij mee in muziekgezelschap Aafkes Tiental, met dirigent Aafke Teensma. Het gezelschap van tien eilanders beperkt zich voornamelijk tot renaissancemuziek en geeft in de jaren negentig enkele uitvoeringen. Vele jaren is hij tenor in Ús Ferdyvendaasje, van dirigent Len van Veelen. Bovendien is hij enige jaren bestuurslid van de eilander mavo en het SKW. Na zijn pensionering bezoekt hij de wekelijkse bejaardengymnastiek onder leiding van fysiotherapeut Annet van der Meulen.

Het noodlot slaat onverwachts zijn slag
Dan slaat het noodlot toe. Op 17 mei 2014 wordt Ernst, hij is dan 75 jaar, getroffen door een herseninfarct. De rechterzijde van zijn lichaam lijkt uitgeschakeld en daarmee ook zijn spraakvermogen. Voor revalidatie verblijft hij enkele maanden in de Waadwente te Dokkum; aansluitend gaat hij drie keer per week naar Dokkum voor logopedie, om na te gaan of hij zijn spraakvermogen terug kan krijgen. Na een halfjaar wordt echter geconstateerd dat dit niet mogelijk is. Vanaf dat moment is Joke dag en nacht zijn mantelzorger. Handgeschreven tekst, als vorm van onderlinge communicatie, is in het begin nog mogelijk door in te schatten wat hij met de opgeschreven woorden bedoelt, maar wordt moeilijker.
Na 13 november 2022, zijn verjaardag, komt Ernst nauwelijks meer het bed uit. Begin december 2022 wordt zijn bed naar de woonkamer verplaatst. In de loop van die maand maakt Ernst kenbaar dat hij geen medicijnen meer tot zich wil nemen. Ernst overlijdt op 5 januari 2023. Na een bijeenkomst op 11 januari in de Got Tjark wordt Ernst in de noordoosthoek van het dorpskerkhof aan de aarde toevertrouwd. Inmiddels is op zijn graf een brok versteend hout geplaatst met daarop een zeilbootje.

Bron: Jaarboek 2023
 

Gemeentelijke Begraafplaats Schiermonnikoog

De website is voor u gemaakt met behulp van vrijwilligers en mede tot stand gekomen dankzij een subsidie van de provincie Fryslân