Geslacht:
man
Naam:
Nicolaas Johannes van den Worm
Echtgenoot van:
Jacoba Cornelia Kuijlenburg
Geboortedatum:
24-08-1829
Geboorteplaats:
Leiden
Overlijdensdatum:
27-02-1893
Overlijdensplaats:
Davos Platz, Zwitserland

Nicolaas Johannes van den Worm

Nicolaas Johannes van den Worm werd op 24 augustus 1829 in Leiden geboren als zoon van Johannes van den Worm en Petronella Cornelia Jacoba Gerarda Huijgens. Oorspronkelijk was hij zeevarende van beroep, werd in 1860 rentmeester van Mr. J.E. Banck. Hij was burgemeester van Schiermonnikoog van 1861 tot 1883 , daarna tot 1887 van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde. Hij overleed op 27 februari 1893 in Davos Platz, Zwitserland en werd hier aan de oostzijde van de Got Tjark begraven.

Hij trouwde in 1856 in Hoorn (N.H.) met Jacoba Cornelia Kuijlenburg (1827-1904), met wie hij zeven kinderen kreeg, waarvan er drie heel jong overleden en één levenloos geboren werd.

Nicolaas Johannes van den Worm stamde van moederskant af van de legendarische Leidse burgemeester Pieter Adriaansz van der Werff, die Leiden bestuurde tijdens het beleg en ontzet (3 oktober 1574) in de Tachtigjarige Oorlog.

*

Artikel uit de Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant 29 september 1874

Leiden 24 Sept. Misschien zal het velen onbekend zijn, dat van den burgemeester van der Werff nog een nazaat bestaat. Het is de heer N. J. van der Worm, burgemeester van het eiland Schiermonikoog [sic], die van moederszijde van Leidens burgervader afstamt. Hij is door de feestcommissie tot viering van het beleg en ontzet van Leiden uitgenoodigd to bijwoning der op 3 Oct. te houden feesten.
De Gouden gedenkpenning, indertijd aan den burgemeester van der Werff uitgereikt en in ’t bezit van den heer van der Worm, zal dan mede bij de andere voorwerpen, op het beleg betrekking hebbende, worden tentoongesteld.

*

 

Anecdote uit het artikel Vroege (Franse) wandelaars
Uit het verslag van de Franse journalist en kunsthistoricus Henri Havard die in 1875 een tocht door Nederlands maakte.
Bron: De Dorpsbode 47e Jaargang, nr. 22 d.d. 15 november 1993

Het eerste bezoek dat wij bragten, was aan den burgemeester. Vóór wij tot iets anders overgingen, wilden wij den waardigen magistraat onzen dank betuigen voor zijne vriendelijkheid om ons te Oostmahorn te laten afhalen.

Wij begaven ons naar zijn huis, het koketste van het geheele eiland, en vonden hem in ’t midden van eene lieve familie; hij was uiterst beleefd en zeer bereid en volijverig om alles voor ons te doen wat ons aangenaam kon zijn. Deze groote hulpvaardigheid verloochende zich gedurende ons verblijf op het eiland geen oogenblik; zii is trouwens eene van de welbekende goede eigenschappen van den burgemeester van Schiermonnikoog.

Geen hoofd eener gemeente dat beter op zijn plaats is als deze burgemeester. Eigenlijk is de heer van der Worm een oude zeewolf, maar dan toch een van de aangenaamste soort, wien steeds een beleefd woord en een glimlach op de lippen zweeft en die niet misplaatst zou zijn geweest in de
herdertafereelen van Florian. Vroeger was hij koopvaardijkapitein; nu is hij eigenlijk niet zozeer van beroep, als wel van schip veranderd, want Schiermonnikoog is niets dan een uitgestrekt, met zand en schelpen overdekt vlot, dat op de kusten van Friesland gestrand is.
Zijn eiland is een klein koninkrijk, waarin hij een vaderlijk bestuur voert.
*
Artikel uit het Leidsch Dagblad van 9 maart 1893
Leiden 8 Maart.
Men schrijft ons uit Schiermonnikoog, d.d. 6 maart:
“ Heden werd hier op plechtige wijze het stoffelijk overschot van den heer N.J.van den Worm, rustend scheepsgezagvoerder en oud-burgemeester dezer gemeente, aan ene slepende ziekte te Davos overleden, ter aarde besteld.
Van de vuurtorens, van een aantal particuliere woningen, benevens van de ter reede liggende schepen waren de vlaggen halfstoks geheschen. Het fanfarekorps der jeugdige stuurlieden, dat enige kerkelijke liederen ten gehore bracht, opende de stoet, waarbij zich, behalve enkele familiebetrekkingen, de leerlingen der Zeevaartkundige School en nagenoeg de gehele manlijke bevolking van het eiland hadden aangesloten.
De met kransen belegde lijkkist werd volgens oud scheepsgebruik drie malen rond het kerkhof gedragen eer zij in de groeve werd nedergelaten.
De eigenaar van het eiland, de heer mr. J.E. Banck, was overgekomen om zijn ouden vriend en ijverig medearbeider, die aan de ontwikkeling van het eiland zulk een belangrijk aandeel heeft gehad, de laatste hulde te bewijzen. Hij herdacht meer in het bijzonder de verdiensten van den oud-burgemeester, wiens werkzaamheid in deze gemeente sporen heeft achtergelaten, welke niet zo spoedig zullen zijn uitgewischt.
Het nieuwe schoolgebouw voor openbaar lager onderwijs, de Zeevaartkundige school, die tot eene der bloeiendste inrichtingen van dien aard in ons land behoort, welke een groot aantal bekwame zeelieden voor de groote en kleine vaart heeft  opgeleverd, waren op zijn initiatief verrezen.
Het plansoen en de belommerde wegen, die in de zomer het verblijf voor de bewoners en badgasten alhier zoo aangenaam maken, benevens een aantal verbeteringen, van belangrijken aard, waren door de overledene tot stand gebracht.
De heer Van den Worm had zich vooral de sympathie der zeevarende bevolking weten te verwerven en van verschillende buitenlandsche regeeringen stoffelijke huldeblijken ontvangen, voor zijn ijverige pogingen tot redding van schipbreukelingen.
Er heerschte tijdens de toespraak van den heer Mr.Banck eene indrukwekkende stilte, welke slechts door het geluid van de branding op de kustverstoord werd.
De heer van den Worm laat twee zonen achter, beiden officieren bij de Koninklijke Marine van wie de oudste deel uitmnaakt van het eskader dat de kust van Atjeh geblokkeerd houdt, terwijl de andere onlangs van een verblijf in Indië teruggekeerd, tijdelijk op het wachtschip te Hellevoetsluis dienst doet. De laatste was bij de plechtigheid tegenwoordig en dankte met enkele woorden voor de eer, aan de overledene bewezen.”
Aan het bovenstaande  kunnen wij nog het volgende toevoegen:
De overledene was hier ter stede (Leiden) meer in het bijzonder bekend als oud gezagvoerder van het fregatschip “De stad Leijden”, welke betrekking hij later met die van burgemeester verwisselde. Hij was van moederszijde met het geslacht van Van der Werff verwant en werd als zoodanig bij de onthulling van het gedenkteken van Leidens ontzet door de feestredenaar (prof.dr.M.de Vries) destijds herdacht. Hij was in het bezit van de gouden gedenkpenning der stad Leiden aan haren burgemeester als herinnering aan het beleg vereerd, welke penning door hem in bruikleen aan het Stedelijk Museum werd afgestaan.

 

Gemeentelijke Begraafplaats Schiermonnikoog

De website is voor u gemaakt met behulp van vrijwilligers en mede tot stand gekomen dankzij een subsidie van de provincie Fryslân