Geslacht:
man
Naam:
Jörn van Boven
Echtgenoot van:
Maria Petronella Klunne
Geboortedatum:
27-08-1927
Geboorteplaats:
's Gravenhage
Overlijdensdatum:
21-11-2020
Overlijdensplaats:
Schiermonnikoog
Type:
Graf
Grafrij:
16
Grafnummer:
7

Jörn van Boven

Markante dwarsligger, met hart en ziel verknocht aan het eiland
 
Familieachtergrond
Op 1 juli 1881 laat Hendrik Willem van Boven zich als nieuwe geneesheer, vroed- en heelmeester inschrijven op het gemeentehuis van Schiermonnikoog. Hij is de opvolger van Anthonij Winkler Prins.
Willem van Boven is de jongste van zes kinderen uit zijn tweede huwelijk[1] met Elisabeth Johanna Ritmeester, geboren op 2 januari 1863 te Ellewoutsdijk. Deze Willem vertrekt in het najaar van 1886 van Schiermonnikoog naar Groningen, verhuist op 15 juli 1888 naar Amsterdam en wordt daar inspecteur van de Volkshuisvesting. Hij trouwt op 18 november 1897 met Berendina Maris, geboren op 30 oktober 1868 te Groningen. Ze krijgen twee kinderen, Hendrik Willem, geboren op 5 september 1898, en Marie Elisabeth Johanna, geboren op 14 maart 1903 te Den Haag.
Hendrik Willem wordt bouwkundige en trouwt op 27 mei 1925 met Elisabeth Johanna van Boven, assistent-apotheker, geboren op 13 november 1894 te Den Helder. Ze is de dochter van Henrietta Nepveu en Lodewijk Benedit van Boven, machinist, officier 1e klasse en broer van de eerdergenoemde Willem. Hendrik Willem en Elisabeth Johanna wonen in Kijkduin, nabij Den Haag, en krijgen twee kinderen: Jörn op 27 augustus 1927 en Marjolein (Marion) op 26 december 1930.

Midden in de oorlog de hbs afgebroken, enkele jaren op de kustvaart
Het gezin verhuist op 1 juni 1933 naar Wassenaar en wonen daar aan de Meijendal 1, in huize De Zee-Dennen. In datzelfde jaar gaat Jörn naar de lagere school. Hij komt dan al met zijn ouders op Schiermonnikoog.
Omstreeks 1939/1940 komt Jörn van de lagere school. Inmiddels is de Tweede Wereldoorlog uitgebroken. Jörn gaat naar de hbs. Na de derde klas breekt hij zijn opleiding af. Daarna bekwaamt hij zich door zelfstudie in de zeevaartkunde. Zonder een examen te hebben afgelegd gaat hij varen. Ligt zijn schip ergens in een haven en duiken bemanningsleden de kroeg in, dan gaat Jörn, met een verrekijker uitgerust, vogeltjes kijken.

Jörn wijst elk dienstverband met verplichtingen af
Geleidelijk raakt Jörn in de ban van het eiland en in de jaren vijftig besluit hij zich op het eiland terug te trekken. Aan de Middenstreek staat dan het westelijke gedeelte van de zogenoemde Kazerne leeg. Voordien woonde daar de familie Dol, maar zowel de ouders als hun zeven kinderen zijn overleden.
In het oostelijk deel van het huis woont weduwe Dina Verwer (Visser). Haar man Nicolaas, laatstelijk gemeenteontvanger, is in 1956 overleden. Wanneer ook zij in 1963 overlijdt, krijgt Jörn de beschikking over het oostelijk deel van dit huis. Dat wordt zijn werkplaats. Op het eiland steekt hij de handen uit de mouwen, pakt los en vast alles aan om zelf in zijn – sober ‒ levensonderhoud te voorzien. Hij wijst echter principieel elk dienstverband, met de daaraan verbonden verplichtingen, af.
Jörn heeft tijdens zijn leven nooit een beroep op een overheidsuitkering behoeven te doen. Bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd was de toen ontvangen AOW-uitkering voor hem zo’n uniek moment dat hij daar in de kring van kennissen en vrienden speciaal bij stilstond.

Een oorspronkelijke ambachts- en varensman
Hij is een zeer creatieve ambachtsman te zijn. Het merendeel van zijn meubilair, tafels, stoelen, kasten heeft hij een tweede leven gegeven uit afvalhout. Geregeld gaat hij bij de boeren in de polder op visite om, naast de koffie en de daarbij behorende gesprekken, te informeren of zij hier of daar nog wat te herstellen hebben.
Met gelden die hij krijgt na het overlijden van zijn vader in 1976 schaft hij zich een botter aan, die hij tooit met de naam Octopus.[2] Zijn zeemanskunst komt hem nu zeer van pas. Tijdens de zomerperiode maakt hij met gezelschappen (dag-)tochten rond het eiland en iets verder. Met kennissen of vrienden of alleen, en later samen met Maaike Klunne, maakt hij verdere reizen en blijft hij weken weg. Hierover verschijnen reisverslagen in De Dorpsbode. Bovendien heeft hij een grote tuin, die doorloopt tot aan de Langestreek. Daaruit betrekt hij een groot deel van het jaar zijn eigen groenten.

Maaike, zijn levenspartner, secretaresse en verzorgster
Eind jaren tachtig kamperen verpleegkundige Maaike Klunne en haar zuster op de camping. Ze herinneren zich dat op het eiland nog ergens een ver familielid[3] woont. Jörn blijkt op dat moment niet thuis te zijn en de beide zussen laten een briefje achter.
Jörn, die eerder getrouwd is geweest en een zoon uit dat huwelijk heeft, is inmiddels 66 jaar. Het klikt tussen hem en Maaike. In 1993 trouwen ze ‒ ook om te voorkomen dat Maaike na zijn dood niet uit zijn huis kan worden gezet en zodat ze hem zo nodig kan verzorgen bij het ouder worden.
Maaike wordt zijn – kritische – steun en toeverlaat tijdens de vele door hem gevoerde acties, stuurt zijn mails, tikt zijn handgeschreven epistels uit, sleept hout uit het bos aan als zijn krachten het laten afweten en treedt namens hem op voor de rechtbank als dat hem niet meer lukt. Kortom, Maaike is zijn secretaresse, verzorgster en, eventueel, woordvoerder.

Oerbron van al zijn acties, zijn verknochtheid aan het eiland
Jörn hanteert vlot en vaak de pen. Niet lang nadat hij zich op het eiland genesteld heeft, zal een eerste artikel van zijn hand in De Dorpsbode zijn verschenen. Decennia lang, tot ongeveer een jaar voor zijn overlijden, blijft hij artikelen inzenden. Het moeten er in totaal wel honderd of meer[4] zijn geweest. Steeds stelt hij actuele publieke kwesties aan de orde, met als uitgangspunt dat het eilander dorpskarakter zo min mogelijk moet worden aangetast.
Jörn is met hart en ziel aan het eiland verknocht. In deze emotionele betrokkenheid ligt grotendeels zijn motivatie om zich bijna permanent te roeren, actie te voeren en blijvend naar de pen te grijpen. Daarbij biedt hij na een kritische stellingname ook altijd een alternatief aan, dat meestal goedkoper is.
Naar zijn mening heerst er veel onvrede onder eilanders, maar durven veel mensen hun kop niet boven het maaiveld uit te steken. Juist daarom werpt hij zich op als een spreekbuis van deze mensen. Hij wil eilanders wakker schudden, zodat ze zich bewust worden van wat er met hun eiland gebeurt. Het is zijn oproep: eilanders, let op je zaak!
Toen iemand hem ooit een ‘dwarsligger’ noemde, zou Jörn prompt geantwoord hebben dat spoorrails zonder dwarsliggers niet kunnen functioneren. Dwarsligger is voor hem een geuzennaam die hij met – enige ‒ trots draagt.
Vanuit zijn uitvalbasis begraven
Nadat Jörn de leeftijd van 90 jaar had bereikt, bleef zijn geest scherp als voorheen; de lijfelijke conditie leverde echter steeds meer ongemakken op. Zijn trouwe rijwiel kwam aan de kant te staan, zelf uit het bos gehaalde en enigszins bewerkte stokken vervingen de fiets, en werden daarna opgevolgd door een rollator. De vele door hemzelf door de dennenbossen aangelegde paadjes werden voor hem onbereikbaar.
Op 21 november 2020 vertrekt Jörn in zijn slaap. Op 26 november wordt hij vanuit zijn zo geliefde en vertrouwde uitvalbasis aan de Middenstreek in een rieten mand op het dorpskerkhof bij enige aldaar rustende leden van zijn voorgeslacht ter aarde besteld. Het heengaan van Jörn is een verlies voor het democratisch gehalte van de eilander gemeenschap.

Postume dank aan Jörn van Boven zelf voor het gesprek dat ik met hem mocht hebben ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag (2007). Bovendien dank aan zijn vrouw Maaike voor het gesprek dat ik met haar had en de ontvangen foto’s.

.
[2] Later ruilt Jörn de botter in voor een zeepunter, en die ten slotte voor een drascombe.
[3] Jan Stephen Beekhuis, die na diens dood in 1899 Hendrik Willem van Boven opvolgt, trouwt in 1900 met Antonia Antoinette van Boven, dochter van zijn voorganger Hendrik Willem van Boven. Ze krijgen drie dochters. De jongste heet Greta Johanna (1907-1995), onderwijzeres. Deze trouwt in 1942 met Petrus Bernardus Christiaan Klunne (scheikundig ingenieur). Maaike is een van hun beide dochters.
[4] Het zou de moeite waard zijn om deze artikelen te analyseren en te bezien of steeds sprake van eenzelfde boodschap.

Bron: Jaarboek 2020

Gemeentelijke Begraafplaats Schiermonnikoog

De website is voor u gemaakt met behulp van vrijwilligers en mede tot stand gekomen dankzij een subsidie van de provincie Fryslân